6 maart 2020
Een datacodicil voor iedereen
Zolang er nog geen Europese Google of Facebook is, blijft het bekendste digitale exportproduct van de EU ‘onze’ Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze gouden standaard van de privacyregels maakte in 2018 een einde aan het straffeloos verhandelen van data en beschermt de persoonlijke gegevens van 445 miljoen Europeanen…
…Naarmate de techsector uitdijt – naar medische zorg, betalingsverkeer, beveiliging, transport, industrie en huishoudens – slinkt de kans om zaken op zijn Europees te regelen. Terwijl de behoefte groeit aan kunstmatige intelligentie volgens Europese normen, zonder telkens te moeten vertrouwen op de Amerikaanse of Chinese maatstaven.
In een nieuwe digitale strategie, die afgelopen week werd gepresenteerd, probeert de EU greep op de datastroom te krijgen, onder meer door hergebruik te regelen.
Een data framework, heet zoiets. Je zou het een datacodicil kunnen noemen, een manier om alle Europeanen te laten bepalen aan wie ze – tijdens hun leven – gegevens beschikbaar stellen, voor wetenschappelijk, maatschappelijk of commercieel gebruik. Techbedrijven, ook de allergrootste, zullen aan zo’n Europees datacodicil mee moeten werken. Dat maakt het in theorie net zo ingrijpend als de AVG.
Europa hoopt de mens centraal te stellen in een wereld die wordt gedomineerd door dataconglomeraten. Dat maakt een datacodicil zo’n ambitieus plan. Onmogelijk zelfs, wellicht.
Toch kunnen we hoop putten uit de manier waarop de EU er bijvoorbeeld in slaagde om roamingtarieven af te schaffen – de excessieve prijzen voor bellen en datagebruik in het buitenland. Het vergde jaren van steeds venijniger regels om de tegensputterende telecomsector zover te krijgen, maar het lukte: het uitbuiten van consumenten stopte.
Bron: NRC